ASSET_NEWS_TABS_SIDE is verlopen.
Er zijn geen resultaten.
Er zijn geen resultaten.

Asset Publisher Read More is verlopen.

Zonnebrand

Zonlicht en UV-straling

Er zijn drie soorten UV-straling (ultraviolette stralen):

  • UVA-stralen dringen door in onze huid en worden bijna niet tegengehouden door de ozonlaag.
  • UVB-stralen geven een natuurlijke bescherming tegen de zon door verkleuring en verdikking van de huid.
  • UVC-stralen bereiken de aarde niet; ze worden vastgehouden in de ozonlaag.

De kracht van de zon wordt wel uitgedrukt in de UV-index. In Nederland kan deze variëren van één tot en met tien. In landen dichter bij de evenaar en in de bergen kan een hogere UV-index voorkomen. De UV-index is mede bepalend voor adviezen over zonnebaden. UV-straling heeft ook een positieve werking. Onder invloed van UV uit zonlicht of bruiningsapparatuur vormen pigmentcellen het bruine huidpigment dat een natuurlijke bescherming geeft tegen het zonlicht. Onder invloed van UVB-straling wordt vitamine D in ons lichaam aangemaakt. Ook op sommige huidaandoeningen (bijvoorbeeld psoriasis) kan UV-straling een positieve uitwerking hebben.

Risico’s van zonnebaden

Zowel UVA- als UVB-straling kan erfelijk materiaal in de cellen beschadigen. Hierdoor kan huidkanker kan ontstaan. UVB vormt hierbij de belangrijkste risicofactor, maar ook UVA draagt 10 tot 20% bij aan het risico op het ontstaan van huidkanker. Door overmatig zonnebaden en omdat de ozonlaag door milieuvervuiling dunner geworden is en minder UV-straling absorbeert, neemt het aantal mensen met huidkanker toe.

Zonnebrand
De huid kan onder invloed van UVA en UVB verbranden: óók onder de zonnebank. Verbranding gaat gepaard met roodheid en in ernstige gevallen rillingen, blaren, misselijkheid en koorts. Op termijn zal je huid de elasticiteit verliezen en versneld verouderen (pigmentvlekken, rimpels, leerachtige droge huid). Ook als de huid niet (direct) rood is of pijn doet kan deze verbrand zijn. Als je huid 8 tot 24 uur na het zonnen lichtrood kleurt is deze al verbrand. Jouw huidtype en de UV-index bepalen hoe lang je in de zon kunt liggen.

Zonnesteek
Een zonnesteek ontstaat door langdurig verblijf of lichamelijke arbeid in de zon (met name bij zon in de nek) en gaat gepaard met verwardheid, plotselinge spierzwakte, hoofdpijn en een algemeen hittegevoel. Een zonnesteek is het gevolg van zout- en vochtverlies. Met de volgende maatregelen kun je een zonnesteek voorkomen:

  • Draag altijd een hoed of pet met zonneklep
  • Zoek regelmatig de schaduw op
  • Drink voldoende
  • Gebruik wat extra zout om een tekort te voorkomen

Leg iemand die een zonnesteek heeft opgelopen half zittend in de schaduw. Maak knellende kleding los en zorg voor afkoeling door natte doeken op het hoofd te leggen. Laat de patiënt veel drinken en waarschuw altijd een arts.

Zonneallergie
Bij een zonneallergie ontstaan jeukende bultjes, blaasjes en schilfers op de lichaamsdelen die aan de zon zijn blootgesteld. Meestal verdwijnen de klachten binnen een paar dagen. Wanneer je weet dat je last hebt van een zonneallergie, is het raadzaam om uit de zon te blijven of het licht van de zon tegen te houden met een goede sunblock. Deze zijn verkrijgbaar bij jouw Alphega apotheek. Eventueel kan een allergie veroorzaakt worden door een reactie op ingrediënten van het anti-zonnebrandmiddel. Door een ander product te proberen kun je bepalen of dit de oorzaak van de allergie is.

Zonlicht & geneesmiddelen
Een aantal geneesmiddelen kan in combinatie met zonlicht een chemische reactie geven die lijkt op een heftige verbranding. De verbranding beperkt zich dan tot de delen van de huid die aan de zon zijn blootgesteld. Er bestaan ook geneesmiddelen die, in combinatie met zonlicht, een allergische reactie kunnen geven die lijkt op eczeem. De kans daarop is veel kleiner en hierbij kan de uitslag ook voorkomen op delen van de huid die niet aan het zonlicht zijn blootgesteld. Wil je weten of je met jouw geneesmiddelen veilig in de zon kunt, raadpleeg dan de bijsluiter of vraag jouw Alphega apotheek om advies.

Vier huidtypen

Niet elke huid is even gevoelig voor zonlicht. Over het algemeen worden vier huidtypen onderscheiden:

  • Huidtype 1 - Zeer lichte huid, blonde of rossige haren en sproeten of lichtblond haar met blauwe ogen. Je verbrandt snel en wordt niet of nauwelijks bruin.
  • Huidtype 2 – Lichte huid, blond haar en lichte ogen. Je verbrandt snel en wordt langzaam bruin.
  • Huidtype 3 – Donkere haren en donkere ogen. Je verbrandt niet snel en wordt makkelijk bruin.
  • Huidtype 4 – Getinte huid, donker haar en donkere ogen. Je verbrandt bijna nooit en bruint zeer goed.

Uiterlijke kenmerken zijn niet altijd bepalend voor de zongevoeligheid. Door eigen ervaring weet je zelf vaak het beste hoe snel je verbrandt en hoe bruin je wordt. Ook de conditie van de huid, de tijd van het jaar en de weersomstandigheden spelen een rol bij de mate van gevoeligheid voor zonlicht.

Kinderhuid en zon

De kinderhuid is extra gevoelig voor zonnestralen. Tot ongeveer het vierde levensjaar is de hoornlaag van de huid van baby’s en kindjes onvoldoende ontwikkeld om als bescherming te dienen, zowel tegen UV-straling als tegen uitdroging. Ook vormen kleine kinderen bijna geen melanine (een bruine kleurstof) onder invloed van de zon, waardoor er te weinig pigment ontstaat om voldoende bescherming te bieden.

Baby's en kinderen tot 16 jaar zijn extra gevoelig voor UV-straling. Blootstelling aan overmatige UV-straling kan schade op de lange termijn teweegbrengen, dus zorg voor extra bescherming, zoals schaduw, het dragen van kleding en een petje of zonnehoed en het gebruik van een anti-zonnebrandmiddel met een hoge beschermingsfactor (30 of hoger). Ook het gebruik van bruiningsapparatuur door kinderen tot 16 jaar wordt ten sterkste afgeraden.

Wanneer naar de huisarts?

Als je last hebt van verbranding die gepaard gaat met rillingen, blaren, hoofdpijn, misselijkheid, koorts of hartkloppingen dan heb je wellicht een zonnesteek. Het is dan verstandig je huisarts te raadplegen. Doe dit ook als je last hebt van een zonneallergie.

Tips voor het voorkomen van zonnebrand

Om zonnebrand te voorkomen, moet je ervoor zorgen dat jouw huid goed beschermd is. Een goede bescherming van de huid betekent een goede bescherming tegen UVA- en UVB-stralen. Een aantal belangrijke adviezen zijn:

  • Gebruik een anti-zonnebrandmiddel met een goede beschermingsfactor (BF) of Sun Protection Factor (SPF) tegen zowel UVA als UVB (zie ook anti-zonnebrandmiddelen).
  • Tussen 11.00 en 15.00 uur is de zon het felst, deze uren kun je beter in de schaduw blijven.
  • Laat de huid geleidelijk aan de zon wennen. Gun je huid rust en blijf eens een dag uit de zon.
  • Draag beschermende kleding zoals een hoed of pet met zonneklep, een shirt met lange mouwen, een lange broek en een zonnebril. Natte kleding laat meer straling door dan droge kleding.
  • Bij een heldere lucht, sneeuw, water of zand wordt straling gereflecteerd, waardoor deze sterker op de huid werkt.
  • Parasols en bewolking laten UV-stralen door, dus ook dan kan bescherming nodig zijn.
  • Cosmetica kan onder invloed van UV vervelende huidreacties opleveren. Verwijder daarom alle cosmetica (oogschaduw, lippenstift, deodorant, etc.) voor je gaat zonnen. Doe dat ook als je bruiningsapparatuur gaat gebruiken.
  • Als je gaat zonnen kun je beter geen alcohol gebruiken, dit verwijdt de bloedvaten nog eens extra en kan zonnebrand verergeren.
  • Blijf jezelf ook beschermen als je eenmaal bruin bent. Een gebruinde huid beschermt namelijk niet volledig tegen de negatieve effecten op lange termijn.

 

Anti-zonnebrandmiddelen

Anti-zonnebrandmiddelen beschermen de huid tegen verbranden en uitdrogen. Let bij de keuze van een middel op de beschermingsfactor, jouw huidtype, de waterbestendigheid en vorm (bijvoorbeeld lotion, gel of crème). Onderstaande info geeft een indicatie welke crème voor welke huid het meest geschikt is:

  • Huidtype 1 – factor 30 - 50
  • Huidtype 2 – factor 15 - 20
  • Huidtype 3 – factor 10 - 15
  • Huidtype 4 – factor 5 - 10
  • Kinderen tot 16 jaar (ongeacht huidtype!) – factor 50+

Wanneer je tijdens het gebruik van de zonnebank verbrandt, kun je beter de tijdsduur per keer verkorten dan anti-zonnebrandmiddelen gebruiken.

Gebruik van anti-zonnebrandmiddelen
Als je een anti-zonnebrandmiddel gebruikt, kun je dit het beste een half uur tot één uur voor je in de zon gaat opbrengen. Smeer je na twee uur opnieuw in, ook bij waterproofmiddelen. Breng de middelen eveneens opnieuw aan na het zwemmen of bij sterke transpiratie. Anti-zonnebrandmiddelen laten nog wel UV-stralen door, dus als je langere tijd in de zon verblijft, kun je ondanks zo'n middel toch verbranden. Opnieuw insmeren kan verbranding dan niet meer voorkomen.

Bruiningsproducten
Ook zijn er bruiningsproducten en snelbruiners verkrijgbaar, deze versnellen het bruin worden in de zon. Ze zijn echter niet geschikt voor een langdurig verblijf in de zon. Bescherm je daarnaast dus ook tegen UV-straling.

Bij Alphega apotheek vind je een ruime keus aan zonbeschermingsproducten. Ook voor na het zonnen bieden we diverse after sun lijnen aan die je helpen je kleur te behouden. 

Wat kun je zelf doen bij zonnebrand?

Na het zonnen is de huid erg gevoelig. Daarom kun je het beste lauw douchen, zonder zeep. Een after-sun product kalmeert, verzacht en ontspant de huid. Is je huid erg verbrand en wil je afkoeling? Gebruik dan natte kompressen, yoghurt (opbrengen en na een kwartiertje weer afspoelen) of komkommer (in plakjes of de schillen). Bij erge pijn kun je eventueel paracetamol gebruiken.

Meer weten?

Alle informatie lees je in de folder Zonnebrand.

Voor het assortiment zonbeschermingsproducten en producten voor na het zonnen bieden we diverse after sun lijnen aan die je helpen je kleur te behouden. 

Kijk voor meer informatie ook op de website van KWF Kankerbestrijding. Op deze site vind je informatie en tips over verstandig zonnen. Het KNMI toont op hun website elke dag de zonkracht.

Wil je meer weten over dit onderwerp, jouw gezondheid of de geneesmiddelen die je gebruikt? Kom dan gerust eens langs bij Alphega apotheek. Wij zijn je graag van dienst.

Ook voor geneesmiddelen die je zonder recept koopt, raden we aan te laten controleren of ze samengaan met eventuele andere geneesmiddelen die je al gebruikt. Geef het gebruik van deze zelfzorgmiddelen dan ook altijd door aan jou apotheek.